Regionale expertisecentra
Er is een landelijk kennisnetwerk D-zep. In september heeft dit netwerk D-zep een visitatie gehad. Er zijn veel ontwikkelingen rondom de doelgroep. De doelgroep is niet nieuw in de ouderenzorg, maar er wordt meer expertise ontwikkeld en kennis gebundeld binnen expertisecentra. En wordt nu ook erkend door de Commissie Expertisecentra langdurige zorg, CELZ. “Er zijn landelijke expertisecentra en we kunnen gezamenlijk optrekken. Er zijn twee doelgroepenexpertisecentra (DEC’s) in Nederland. En er zijn een aantal provinciaal ingerichte regionale expertisecentra (REC’s) of organisaties in transitie naar zulke centra”, vertelt Nienke van der Kaap. Voor Zuid-Holland en Zeeland zijn dat Aafje, Zorgpartners Midden-Holland en Pieter van Foreest.
Gerda Dik vult aan: “Er is in Nederland een kleine groep mensen met dementie en zeer ernstig probleemgedrag. Dat betekent dat iedere organisatie worstelt met 1 á 2 bewoners met dementie en zeer ernstig probleemgedrag. Je kunt dan de expertise niet opbouwen. Omdat wij meer cliënten hebben, bouwen we expertise op die we graag delen met zorgaanbieders in de regio. Dat kan een consult zijn of we kunnen cliënten tijdelijk overnemen op de afdeling D-zep en in gezamenlijkheid zorgen dat de cliënt weer veilig en met de juiste zorg terug kan.”
Gezamenlijk aanmeldformulier
Binnen Aafje locatie Smeetsland heeft afdeling de IJsvogel 14 plekken, Pieter van Foreest 8 en Zorgpartners Midden-Holland groeit naar 11 plekken. Nienke: “We nemen op vanuit de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT). Daar waar het spaak loopt en handelingsverlegenheid is opgetreden, ontwrichting en crisis is ontstaan. Binnen twee weken doen we de triage en kijken we naar de mogelijkheden. Als we zien dat de nood hoog is, kan het echt heel snel gaan.¨
De drie organisaties hebben een gezamenlijk aanmeldformulier. De lijnen zijn kort. “Als de afdeling vol ligt of een cliënt past niet bij de dynamiek op de groep, dan kunnen we makkelijk naar elkaar doorverwijzen”, aldus Nienke.
Eenheid en transparantie
In de samenwerking spelen eerlijkheid en transparantie een belangrijke rol.
Nienke: “We nemen een kijkje in de keuken van de ander om ons eigen product nog beter te ontwikkelen, vanuit de visie van je organisatie maar ook die landelijk wordt gedragen. Daarvoor moet je horen en zien hoe anderen het doen. Daarna kan je zelf bepalen wat er bij jouw organisatie past om de cliënt van de juiste zorg te voorzien. Als je een gezamenlijke visie daarin ontwikkelt, kun je die ook uitdragen naar het landelijk kennisnetwerk. Ook heb je een stevigere positie richting bijvoorbeeld het zorgkantoor: waarom is het van belang dat we doen wat we doen?”
Andere context
Het probleemgedrag waarmee de D-zep afdeling mee te maken heeft, vraagt om een andere context dan op een reguliere afdeling waar mensen met dementie wonen. Nienke: “Vaak is het gedrag niet te begeleiden op een reguliere afdeling, omdat daar andere prikkels worden aangeboden. Hierdoor raken de cliënt en medebewoners in disbalans. Er is een andere interactie, het zorgpersoneel is anders opgeleid. Ze zijn opgeleid op het verzorgende deel en wat minder van het begeleidende stuk. Waar wij als D-zep juist op inzetten. Op de D-zep kunnen we anders met medicatie en psychosociale interventies omgaan. De professionals weten hoe ze met deze doelgroep om moeten gaan.”
Multidisciplinair
Op de D-zep afdelingen van de drie organisaties werken verschillende disciplines samen. Ingrid: “We hebben veel MMZ’ers (Medewerkers Maatschappelijke Zorg) en social workers aangetrokken. We hebben ze opgeleid in het omgaan met dit type gedrag. Daarnaast blijft de Verzorgende IG en verpleegkundige ook belangrijk, omdat je ook somatisch onderzoek moet doen. Als je die balans vindt tussen de disciplines, is het fijn samenwerken. De achtergrond van de collega’s op de afdeling D-zep is divers: zowel vanuit de GGZ als de gehandicaptenzorg. Ze kunnen beter omgaan met dit type gedrag. Daarnaast werken we onder andere samen met specialisten ouderengeneeskunde, psychologen en psychiaters.” Mandy vertelt: “We willen laagdrempelig ondersteunen en helpen. Samen zorgen we ervoor dat de zorg op de juiste manier wordt geleverd.”
Isa vult aan: “De professionals die betrokken zijn krijgen ook scholing aangeboden om om te gaan met dit type cliënten. Nu is het per organisatie georganiseerd, vanuit het landelijk kennisnetwerk zijn scholingen beschikbaar.”
De (familie van de) cliënt
Wat merkt de (familie van de) cliënt van de samenwerking? Mandy: “De wachttijden worden korter, omdat de cliënt door het gezamenlijke aanmeldformulier op een vloeiende manier ergens anders terecht kan. In plaats van dat Aafje zegt: “Deze cliënt past hier niet, u moet verder zoeken”, stuurt Aafje nu de gegevens door. En dan neemt bijvoorbeeld Zorgpartners weer contact op met de cliënt.” Isa vult aan: “Er is een nauwe betrokkenheid met de familie. Er is een wekelijkse terugkoppeling en voortgang voor de cliënt.”
Nienke: “Het contact met de naasten is heel belangrijk. Als je een cliënt opneemt, zit daar een systeem omheen dat je mee moet nemen in de behandeling. We spreken de familie voor de opname, zodat er ook commitment is. Bij naasten komen veel emoties voorbij, zoals schaamte of frustratie. Ook tijdens de opname houden we contact. Aafje heeft een systeemtherapeut waarbij ook behandelgesprekken onderdeel van de behandeling zijn.”
Van elkaar leren
De medewerkers ervaren ook voordelen door de samenwerking tussen de drie organisaties. Ingrid: “Je kunt hierbij denken aan intervisiegroepen, zodat ze van elkaar kunnen leren. Vanuit Aafje bieden we de medewerkers ook handvatten aan om hier te werken, zoals een weerbaarheidstraining, intervisie en een gerichte scholing over deze problematiek.” Daarnaast is er ook direct aandacht voor de medewerkers op de afdeling. Mandy: “Psychologen die de afdeling bezoeken, zijn er niet alleen voor cliënten maar ook voor de medewerkers . Om constant de situatie op de afdeling te bespreken. Ook is bedrijfsmaatschappelijk werk betrokken om ervoor te zorgen dat iedereen die deze zorg levert, dat ook kan blijven doen. Als er een pittig incident is geweest, staat er direct nazorg klaar.”
Wensen voor de toekomst
De drie organisaties hebben nog wensen voor de toekomst. Isa: “Mijn beeld van de toekomst is dat we met zijn allen streven naar een goede kwaliteit van zorg en goede kwaliteit van leven voor deze doelgroep.” Ingrid: “Het is belangrijk dat er meer bekendheid komt, want mensen trekken nu te laat aan de bel. Als we eerder betrokken raken, kan je al veel doen. Deze doelgroep zal alleen maar groeien in de toekomst. We hebben hierin nog veel te leren en te ontwikkelen.”
Nienke vult aan: “Hoe richten we de informatie aan de naasten in? De ligduur op de afdeling is 3 á 4 maanden. Ga je dan elke maand iets organiseren voor 1 mantelzorger, of pak je het regionaal aan via bijvoorbeeld een webinar?” Gerda: “Het belangrijkste is openheid en eerlijkheid. Het vergt vertrouwen in en met elkaar. Je hoeft niet allemaal steeds opnieuw het wiel uit te vinden.”
Convenant
De bestuurders van Aafje, Zorgpartners Midden Holland en Pieter van Foreest tekenen binnenkort een convenant om de samenwerking te bekrachtigen.
Foto, van links naar rechts: Ingrid Roodbol, Gerda Dik, Nienke van der Kaap, Mandy Ruchti, Isa Pothof